Na een serie bouwgerelateerde incidenten staat de handhaving van technische bouwregelgeving in Nederland hoog op de politieke en maatschappelijke agenda. In de afgelopen jaren zijn verschillende beleidsinitiatieven genomen om het bouwtoezicht te verbeteren. Dit boek beschouwd één van deze initiatieven: het privatiseren van het bouwtoezicht.
Het eerste deel van het boek is een theoretische beschouwing van verschillende mogelijkheden om het bouwtoezicht te organiseren: van volledig publiek, via een aantal publiek-private tussenmodellen, naar volledig privaat. In dit eerste deel worden op basis van een groot aantal voorbeelden uit de beleidspraktijk de kansen en beperkingen van verschillende organisatievormen toegelicht. Het tweede deel van het boek richt zich op ervaringen met geprivatiseerd bouwtoezicht in Australië en Canada. Op basis van een groot aantal gesprekken met vertegenwoordigers van publieke en private partijen biedt de auteur een systematisch inzicht in de voor- en nadelen van privaat bouwtoezicht.
Hiermee beoogt het boek een bijdrage te leveren aan de discussie over privatisering van publieke taken en de realisering van een daadwerkelijk beter bouwtoezicht in Nederland.